Algemene voorwaarden

Verkeersopleidingen en Trainingen

Algemeen

Voorwaarden zijn zowel van toepassing op alle pakketten, opleidingen en cursussen als op losse lessen die door Moonen Verkeersopleidingen en Trainingen worden verzorgd.

In deze voorwaarden wordt verstaan onder verkeersschool: Moonen Verkeersopleidingen en Trainingen, leerling is klant/afnemer. Klant/afnemer is ieder natuurlijk persoon die aan een of meerdere opleidingen wenst deel te nemen dan wel als deelnemer door ons is aangenomen.

 

ARTIKEL 1 – Verplichtingen verkeersschool

De verkeersschool is verplicht er zorg voor te dragen:

  1. Dat les wordt gegeven door instructeurs, die voldoen aan de bepalingen van de Wet Rijonderricht Motorrijtuigen (WRM);
  2. Dat de leerling zo veel mogelijk rijonderricht ontvangt van dezelfde instructeur;
  3. Dat hij de leerling periodiek en in ieder geval eens per vijf lessen informatie geeft over de progressie van de leerling en de voortgang in relatie tot de exameneisen;
  4. Dat de aanvraag voor het onderzoek naar de rijvaardigheid (verder: het onderzoek) door de verkeersschool -onder voldoening van de daarvoor geldende bedragen en onder overlegging van de benodigde bescheiden daadwerkelijk is ingediend bij, of in het aanvraagbestand is ingevoerd van, de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), de Contactcommissie Chauffeursvakbekwaamheid (CCV), of het Bureau Nader Onderzoek Rijvaardigheid (BNOR), uiterlijk twee weken na de datum waarop in overleg met de leerling is besloten dat het onderzoek naar de rijvaardigheid kan worden aangevraagd en waarop de leerling de kosten van het onderzoek aan de verkeersschool heeft voldaan;
  5. Dat de leerling, die via de verkeersschool het onderzoek heeft aangevraagd, op de datum en tijd waarvoor hij/zij is opgeroepen door het CBR, de CCV, of het BNOR tot het afleggen van een onderzoek de beschikking heeft over hetzelfde lesvoertuig als waarin hij de rijlessen heeft ontvangen, dan wel tenminste over een lesvoertuig van hetzelfde of gelijkwaardige type;
  6. De tijdsduur van de te geven rijles bedraagt 60 minuten of in onderling overleg delen hiervan. De lestijd dient volledig te worden benut voor het geven van rijles;
  7. Dat er een verzekering is afgesloten, welke in ieder geval een dekking biedt tegen aansprakelijkheid van de verkeersschool jegens de leerling;
  8. De leerling te wijzen op het feit dat eventuele medische klachten, waarvan hij/zij redelijkerwijs kan verwachten dat deze van invloed kunnen zijn op de bevoegdheid een motorvoertuig te besturen, van invloed kunnen zijn op de aanvraag en het doen van een onderzoek;
  9. De leerling te wijzen op het feit dat op grond van de verblijfsstatus wordt bepaald of een rijbewijs kan worden afgegeven;
  10. De leerling te wijzen op het feit dat, zodra er sprake is van een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen, hij aan de verkeersschool hiervan melding moet maken.

 

ARTIKEL 2 – Verplichtingen leerling

De leerling is verplicht:

  1. Zich te houden aan de door de verkeersschool op de lesafsprakenkaart schriftelijk vastgelegde afgesproken datum, tijd en plaats voor de rijles (door de verkeersschool wordt een wachttijd van 15 minuten in acht genomen) en bij niet verschijnen op het afgesproken lesuur zonder tijdige afzegging, de volledige lesprijs te voldoen;
  2. De volledige lesprijs te voldoen indien de rijles wordt afgezegd binnen 48 uur voor de op de lesafsprakenkaart afgesproken tijd. Afzegging dient persoonlijk telefonisch, via sms of app te worden gedaan. Een te laat afgezegde les wordt niet in rekening gebracht bij afzeggen vanwege een dringende reden waaronder wordt verstaan een ernstig ongeval, ernstige ziekte of overlijden van de leerling, alsmede een ernstig ongeval, ernstige ziekte van familie in de 1e en 2e graad of overlijden van een familielid in de 1e en 2e graad. Huisgenoten welke volgens het bevolkingsregister staan ingeschreven op hetzelfde adres als de leerling worden gelijk gesteld met familieleden in de 1e en 2e graad;
  3. Alle aanwijzingen van de rijinstructeur tijdens de rijlessen op te volgen;
  4. Het met de verkeersschool overeengekomen lesschema, zoals bijvoorbeeld de aan te leren lesonderdelen en het aantal te volgen rijlessen per week, tot aan de datum van ieder onderzoek, na te komen;
  5. Bij een onderzoek naar de rijvaardigheid (theorie-examen, tussentijdse toets of andere deeltoets, rijexamen en Nader Onderzoek een geldig legitimatiebewijs en indien vereist een geldig theoriecertificaat (of geldig vervangend document) te overleggen;
  6. Eventuele medische klachten, waarvan hij/zij redelijkerwijs kan verwachten dat deze van invloed kunnen zijn op de bevoegdheid een motorvoertuig te besturen, tijdig af te stemmen met het examenbureau voordat de rijopleiding wordt aangevangen. Indien de leerling nalaat dit te doen en de rijopleiding daardoor moet worden onderbroken of afgebroken, kan de verkeersschool hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld;
  7. Zich ervan te overtuigen dat hij, indien vereist, een uittreksel uit het bevolkingsregister kan verkrijgen hetgeen nodig is voor het afleggen van het examen. De verkeersschool kan er niet aansprakelijk voor worden gesteld indien de leerling geen examen kan doen als gevolg van het ontbreken van het genoemde uittreksel;
  8. Te melden indien sprake is van ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen. Indien de leerling nalaat dit te vermelden, kan de verkeersschool niet aansprakelijk worden gesteld.
  9. De leerling dient de verkeersschool te machtigen via digi-d. Indien dit niet tijdig gebeurt, kan de verkeersschool niet aansprakelijk worden gesteld voor langere wachttijden met betrekking tot praktijkexamen/tussentijdse toets of andere deeltoets en (eventueel) theorie-examen.

 

ARTIKEL 3 – Betaling

  1. De verkeersschool is gerechtigd een bedrag aan inschrijvingsgeld/administratiekosten in rekening te brengen. De leerling dient deze kosten voor aanvang van de eerste les contant of via bank/giro overschrijving te voldoen.
  2. Tenzij schriftelijk uitdrukkelijk anders wordt overeengekomen, moet betaling van het lesgeld en de kosten, verbonden aan de individueel of in groepsverband te volgen theorielessen, per rijles respectievelijk theorieles contant of op rekening worden voldaan. Indien op rekening geldt een betalingstermijn van 14 dagen.

De kosten van de noodzakelijke leerboeken en ander lesmateriaal ten behoeve van de praktijk- en/of theorielessen dienen bij het afleveren van die zaken contant te worden voldaan of op rekening met een betalingstermijn van 14 dagen, tenzij schriftelijk anders overeengekomen.

  1. De verkeersschool is gerechtigd de lesprijs op 1 januari en/of 1 juli te verhogen. Dit geldt niet indien sprake is van een pakketprijs, met uitzondering van een door de minister tussentijds vastgestelde verhoging van examengelden. De leerling heeft in dat geval het recht om de lesovereenkomst schriftelijk te ontbinden, van welke bevoegdheid hij gebruik kan maken tot twee weken na kennisneming van de prijsverhoging.
  2. De consument dient het verschuldigde bedrag te betalen vóór het verstrijken van de betalingsdatum. Doet hij dat niet, dan zendt de ondernemer na het verstrijken van die datum een kosteloze betalingsherinnering en geeft de consument de gelegenheid binnen acht dagen na ontvangst van deze betalingsherinnering het openstaande bedrag alsnog te betalen. Als na het verstrijken van de betalingsherinnering nog steeds niet is betaald, is de ondernemer gerechtigd rente in rekening te brengen vanaf het moment van verzuim. Deze rente is gelijk aan de wettelijke rente. Door een partij te maken gemaakte gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten om betaling van een schuld af te dwingen, kunnen aan de wederpartij in rekening worden gebracht. De hoogte van deze kosten is onderworpen aan (wettelijke) grenzen. Daarvan kan in het voordeel van de consument worden afgeweken.
  3. Indien de leerling in verzuim blijft het verschuldigde bedrag te betalen, is de verkeersschool gerechtigd tot opzegging van de overeenkomst over te gaan wanneer de leerling schriftelijk in gebreke is gesteld en in verzuim is door verloop van de bij ingebrekestelling gestelde termijn. Deze termijn dient een redelijke termijn te zijn. De verkeersschool dient de leerling van de opzegging schriftelijk in kennis te stellen.
  4. De leerling is verplicht de verschuldigde bedragen voor lespakketten bij vooruitbetaling te voldoen aan de verkeersschool. Dit mag contant of via bank/giro overschrijving. Indien in onderling overleg het pakket niet volledig wordt afgenomen na slagen, zal het teveel betaalde bedrag geretourneerd worden aan de leerling.

Bedragen voor lespakketten mogen ook in termijnen betaald worden, zie prijslijst. Betaling van tussentijdse toetsen en praktijkexamens dient 2 dagen voor afname van toets/examen te zijn voldaan.

  1. Twee dagen voor de afname van het praktijkexamen dienen alle nog eventueel openstaande vorderingen van de leerling aan de verkeersschool voldaan te zijn.

 

ARTIKEL 4 – Aanvraag onderzoek naar de rijvaardigheid (praktijkexamen, tussentijdse toets of andere deeltoets), verder te noemen: het onderzoek

  1. Tenzij schriftelijk uitdrukkelijk anders is overeengekomen dienen de kosten van of ten behoeve van de aanvraag van het onderzoek gelijktijdig met de invulling van de aanvraag en de eigen verklaring (of het verstrekken van de laatste) contant of op rekening aan de verkeersschool te worden voldaan. Veertien dagen na de datum van invulling en betaling van de aanvraag van het onderzoek heeft de leerling recht op inzage in zijn/haar gegevens in het aanvraagbestand van de verkeersschool waaruit blijkt dat zijn/haar aanvraag van het onderzoek bij het CBR, de CCV, of het BNOR is ingediend.
  2. Indien het onderzoek geen doorgang vindt omdat de leerling niet of te laat op het onderzoek verschijnt en dit niet te wijten is aan de verkeersschool, of omdat de leerling geen vereiste, geldige documenten kan tonen, dan zijn de kosten voor aanvraag van een nieuw onderzoek voor rekening van de leerling.
  3. Indien het onderzoek geen doorgang vindt wegens vakantie van de leerling en de vakantieperiode bij de aanvraag van het onderzoek aan de verkeersschool is opgegeven dan zijn de kosten voor de aanvraag van een nieuw onderzoek voor rekening van de verkeersschool.
  4. De verkeersschool is na mondelinge of schriftelijke aankondiging gerechtigd tussentijdse prijswijzigingen van het theorie- en praktijkgedeelte van het onderzoek door te berekenen en is verplicht op verzoek van de leerling een schriftelijke specificatie van die prijswijziging te geven. Dit geldt niet indien sprake is van een pakketprijs, met uitzondering van een door de minister tussentijdse vastgestelde verhoging van examengelden.

 

 

ARTIKEL 5 – Onderzoek naar de rijvaardigheid

  1. Indien het CBR, de CCV of het BNOR het onderzoek wegens slechte weersomstandigheden op de afgesproken tijd geen doorgang laat vinden, dan kan de verkeersschool de leerling het lesgeld van één rijles in rekening brengen voor het opnieuw vastgesteld onderzoek.
  2. Indien de leerling het onderzoek niet kan aanvangen of voltooien als gevolg van het feit dat:
  3. a. sprake is van een dringende reden zoals vermeld in artikel 2 lid 2;
  4. b. het lesvoertuig, waarmee het onderzoek dient te worden afgelegd niet ter beschikking is en geen lesvoertuig van hetzelfde of gelijkwaardig type ter beschikking is;
  5. c. het lesvoertuig, waarmee het onderzoek dient te worden afgelegd, door de examinator van het CBR of de CCV of de deskundige van het BNOR wordt afgekeurd en geen vervangend lesvoertuig van hetzelfde of gelijkwaardig type beschikbaar is; zal de verkeersschool ervoor zorgen dat voor de leerling een nieuw onderzoek wordt aangevraagd, indien de leerling dit wenst. De verkeersschool staat ervoor in dat het aanvragen van het onderzoek alsdan geschiedt zonder kosten voor de leerling.
  6. In de in het tweede lid genoemde gevallen garandeert de verkeersschool bovendien dat de leerling, indien hij/zij opnieuw onderzoek wil aanvragen, drie gratis rijlessen ontvangt. Dit is niet van toepassing indien het een nieuwe aanvraag betreft van een tussentijdse toets of andere tussentijdse deeltoetsen.

 

 

ARTIKEL 6 – Vrijwaring

  1. De verkeersschool vrijwaart de leerling voor kosten voortvloeiende uit overtredingen die deze onder toezicht heeft gepleegd, alsmede voor aanspraken van derden als gevolg van botsing, aan- of overrijdingen tijdens de rijles alsmede tijdens het onderzoek, met uitzondering van die voorvallen die het gevolg zijn van opzet en/of grove schuld van de leerling, alsmede bij het gebruik door de leerling van alcohol, verdovende middelen of geneesmiddelen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden.
  2. Indien de leerling, ondanks zijn/haar verklaring, dat hem/haar bij rechterlijke uitspraak niet de bevoegdheid is ontzegd motorvoertuigen te besturen noch zijn/haar rijbewijs is ingevorderd, toch rijles neemt en indien de opgave onjuist is, vrijwaart de leerling de verkeersschool volledig en zal eventueel ter zake de opgelegde boetes geheel vergoeden, alsmede alle andere financiële consequenties geheel overnemen.
  3. Op grond van moverende redenen behoudt verkeersschool het recht om leerling de toegang tot opleidingen te weigeren.

 

ARTIKEL 7 – Persoonsgegevens

De persoonsgegevens van de leerling die worden vermeld op de lesovereenkomst worden door de verkeersschool verwerkt, mogelijk in de zin van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (Wbp).

Aan de hand van deze verwerking kan de verkeersschool: de overeenkomst uitvoeren, leerling een optimale service verlenen en verplichtingen jegens de leerling nakomen, hem tijdig voorzien van actuele rijlesinformatie en hem gepersonaliseerde aanbiedingen doen. Daarnaast kunnen de persoonsgegevens beschikbaar gesteld worden aan derden ten behoeve van direct marketingactiviteiten. Tegen verwerkingen van persoonsgegevens in de zin van de Wbp ten behoeve van direct mailing activiteiten wordt het eventueel door leerling bij verkeersschool aan te tekenen verzet gehonoreerd.

 

ARTIKEL 8 – Toepasselijk recht

Op elke overeenkomst tussen Moonen Verkeersopleidingen en Trainingen en opdrachtgever is het Nederlandse recht van toepassing.

 

ARTIKEL 9 – Klachtenregeling

  1. Geschillen ontstaan tussen verkeersschool en leerling worden in eerste instantie voorgelegd aan de verkeersschool welke zal bemiddelen.
  2. Indien bemiddeling niet leidt tot een bevredigende oplossing voor beide partijen zal het geschil aan de rechter worden voorgelegd.